Dit pand is minder diep dan het linker buurpand, maar het heeft een achtererfje. Hierdoor beslaat het perceel wel de gehele breedte van de achtererven van de drie hoekpercelen van de Schapenmarkt. Het pand is later tegen nummer 8 aangebouwd. Tegen de achtergevel heeft een klein achterhuisje gestaan. Mogelijk behoorde het huis in de eerste helft van de 16de eeuw aan Evert 'scaelmeker'. Na hem is de kangieter Andries Cornelis bezitter. Hij moet in 1553 voor twee schouwen en een fornuis betalen. Het pand is onderverhuurd aan onder anderen Jan Jacobs de snijder, die we kennen van het pand Minderbroedersstraat 6, aan Cornelis de kramer en aan de goudsmid Bastiaan van Eyck. Onder het pand zal een kelder aanwezig zijn, maar deze is niet toegankelijk. De verdiepingsbalklaag heeft drie vakken met moer- en kinderbinten. In het achterste vak, dat een strijkbalk bezit, bevond zich de trap. De zolderbalklaag was enkelvoudig. Vermoedelijk is het huis in de 17de eeuw verhoogd. De kap bezit moderne spanten die, gezien de bouwsporen in de 17de-eeuwse achtergevel, zijn aangebracht bij de verhoging van de kap. | 319 |
BeschrijvingAlgemeen:Het huis genaamd ‘De Rooster' heeft een laat Middeleeuwse oorsprong en is gebouwd op een rechthoekig perceel aan de zuidzijde van de Minderbroederstraat. Het pand bevond zich oorspronkelijk binnen de eerste vestingmuur, in de nabijheid van de tussen 1629 en 1700 gesloopte Minderbroederskerk.Het woonhuis omvat drie niveaus, namelijk een begane grond, een eerste en een zolderverdieping onder een met de nok haaks op de rooilijn georiënteerd, met moderne gesmoorde golfpannen gedekt zadeldak met wolfeind. Het is goed mogelijk dat het pand oorspronkelijk onderkelderd was. Oorspronkelijk kende de hoge begane grond in het achterste gedeelte een insteekverdieping met binnenpui, welke in 1933 is verwijderd. Tegenwoordig is het pand in open verbinding gebracht met de panden Minderbroederstraat 12 en 14. Op de voormalige binnenplaats achter het pand bevindt zich een kleine aanbouw welke zich voor een deel achter de achtergevel van het rechterbuurpand bevindt. Deze aanbouw staat reeds aangegeven op het kadastrale minuutplan van ca. 1823. Het onbebouwde gedeelte naast deze aanbouw behoort tot het perceel van Schapenmarkt 7. Tot de oudste bouwfase behoort het 14de- of 15de eeuwse muurwerk van de achtergevel; beide zijgevels behoren tot de 15de- danwel 16de-eeuwse fase, maar bevatten mogelijk ook nog ouder muurwerk. Recentelijk is het pand ingrijpend verbouwd waarbij de oorspronkelijke samengestelde balklagen van moer- en kinderbalken zijn verwijderd en vervangen door een moderne samengestelde balklaag boven de begane grond en een enkelvoudige grenen balklaag als verdiepingsbalklaag. De huidige kapconstructie is het resultaat van een eerdere, vroeg 20ste-eeuwse verbouwing en bestaat uit een reeks grenen A-spanten. Voorgevel:De laat 19de-eeuwse lijstgevel is gepleisterd en voorzien van horizontale schijnvoegen. De winkelpui ter hoogte van de begane grond behoort eveneens tot deze 19d-eeuwse fase, maar is in 1937 ingrijpend gewijzigd. De pui is opgebouwd uit een deur op de middenas, geflankeerd door grote winkelruiten. In de nog oorspronkelijke kozijnen zijn moderne etalage-ruiten en een moderne deur geplaatst. Tot de verbouwing uit dat jaar behoren verder de borstwering, het tegelwerk en de met portlandcement uitgevoerde geprofileerde waterlijst. Op de eerste verdieping bevinden zich in de 19de-eeuwse kozijnen twee zes-ruits vensters, waarvan het onderste schuivende deel is vervangen door dubbele moderne draairamen. De 19de-eeuwse bovenlichten zijn uitgevoerd met glas-in-lood. Het van schijnvoegen voorziene geveldeel wordt | 1 |
afgesloten met een smalle, geprofileerde kroonlijst met daarboven - ter hoogte van de zolderverdieping - een attiek-achtige opbouw met twee ronde vensters voorzien van een sobere stucomlijsting. De gevel wordt beëindigd door een uitkragende, geprofileerde kroonlijst.Linkerzijmuur:De steensdikke linkerzijmuur behoort tot de 15de of 16de-eeuwse bouwfase en vormt een gemeenschappelijke muur met het buurpand Minderbroederstraat 10. Het is echter niet uitgesloten dat hier nog ouder muurwerk aanwezig is.Rechterzijmuur:De rechterzijmuur bevat 16de-eeuws, maar mogelijk ook nog ouder muurwerk. Ten behoeve van een samenvoeging met de panden nr. 12 en 14 zijn in deze muur op verschillende niveaus doorbraken gemaakt.Achtergevel:Het onderste gedeelte van de gevel behoort tot de 14de- of 15de-eeuwse bouwfase. In het niet bepleisterde opgaand muurwerk tekent zich nog de oude geveltop af, welke voornamelijk uit koppen bestaat en platvol is gevoegd. Ter hoogte van de begane grond is het muurwerk grotendeels aan het zicht onttrokken door een éénlaags aanbouw op het achterterrein. Deze gevel is inpandig grotendeels nog aanwezig.In de late zeventiende eeuw is de gevel verhoogd met een tuitgevel, voorzien van tuit, schouderstukken met een natuurstenen afdekking en vlechtingen, waarin enkele balk- en gordingankers zichtbaar zijn. In de 19de en 20ste eeuw is, wellicht samenhangend met een wijziging van de kap, de daklijn nogmaals een klein stukje verhoogd. Hierbij is de nokhoogte ongewijzigd gebleven. In de gevel bevinden zich drie 17de-eeuwse vensteropeningen, voorzien van een halfsteens rollaag aan boven- en onderzijde. Van de twee vensters op de eerste verdieping is tegenwoordig één venster geheel dichtgezet, terwijl de linker gevelopening is verkleind en voorzien is van een tweeruits raam. De gevelopening in de top is eveneens verkleind. Hierin bevindt zich een (19de-eeuws) vierruits draairaam. Geheel links is in de 20ste eeuw een klein venster gerealiseerd. Interieur:Het pand bezit geen noemenswaardige interieurafwerking.Redengevende omschrijvingHet van oorsprong laat-middeleeuwse pand Minderbroederstraat 8 heeft monumentale waarde vanwege de gevels, de bouwstijl, de karakteristieke bouwmassa, de situering en vanwege het ensemble. Het pand heeft tevens bouw- en kunsthistorische waarde vanwege de belangwekkende balklagen, de karakteristieke kapconstructie en de zeldzame bouwtechniek. Het pand heeft historische waarde en is representatief voor de ontwikkeling in de stad ‘s-Hertogenbosch. | 2 |
v.d. Put865. "De Rooster". | 54 |
1865 | E. Furster (winkelierster in mutsen en linten) |
1875 | gez. Gombert (modiste) |
1881 | gez. Gombert (modiste en winkel) |
1908 | (Minderbroedersstraat B 338): J.C. van der Put (runds- kalfs- en varkensslagerij) |
1910 | A. v.d. Mortel (slager) |
1928 | Th. F. van Eeten |